Verhalen schrijven met groep 8 kinderen

Een grote uitgever in Nederland zei eens: om een grote schrijver te zijn moet je een beetje dom zijn. Hij bedoelde vast dat je ongeremd moet kunnen knallen. Niet teveel aarzelen. Gewoon uitproberen. Bij een boek schrijven moet je vooral durven beginnen en durven blijven schrijven.

Je helpt je kind nog het meest met: ‘Het hoeft niet slim!’ Zelf houd je toch ook niet van ‘all too smart’?

Verhalen vertellen is vooral iets wat je samen doet. Zonder ouders in de meeste gevallen. Van elkaar leren ze nieuwe woorden. Moedig je kind vooraf aan om door te vragen. Snapt het een woord niet? Gewoon vragen. Snappen de anderen kinderen jouw kind niet? Spoor hem of haar aan om het uit te leggen. Daar leert een verhalenverteller het meeste van: het gaat erom het publiek te boeien.

Als ouders kun je wel faciliteren. Hierbij wat tips om je kind in de flow van het schrijven te helpen. Allemaal in de praktijk getest.

> Lees ook: Verhalen schrijven met kinderen van groep 3 tot 5

Verhalen schrijven met groep 8 kinderen

Kinderen uit groep 8 kunnen bliksemsnel een verhaal maken met negen zinnen. Elke zin mag maar negen woorden hebben. In het begin lukt het beter als ze het samen doen met andere elf- en twaalfjarigen. Dan is het een spel. De praktische kinderen houden het woordenaantal in de gaten. Omdat er maar negen woorden mogen in negen zinnen heet dit spel: ‘voor negenen thuis. ’ Maar er zijn nog meer beperkingen:

• In de vijfde zin komt het hoogtepunt. En in zin negen het slot.
• Als het af is, nemen ze het op met een telefoon.
• Hoe meer beperkingen, hoe sneller de ideeën komen. Met een beetje fantasie, lukt het denkers en dromers zelfs alleen.

Een voorbeeld om de smaak te pakken te krijgen:

1. Op een dag ontmoette ik een heel bijzonder kind.
2. Ze zat achterin de bus te slapen naast mij.
3. Er zat geen groot mens bij haar of achter haar.
4. Toen ik uitstapte met mijn broers viel ze om.
5. We stapten dus niet uit maar vingen haar op.
6. Toen werd ze wakker, geeuwde en rekte zich uit.
7. Ze vond het heel gewoon en schrok niet eens.
8. Het gekste vond ik nog dat ze vriendelijk vroeg:
9. ‘Wil je kauwgom? Neem gerust!’ We stapten gauw uit.

Korte verhalen wedstrijd

Met een groep kinderen is een reeks driezins-verhalen ook leuk. Ik noem het een korte verhalenwedstrijd. Maar het is gewoon een spelletje. Je kunt natuurlijk van tevoren afspreken wat je als drietal kunt winnen. Maar spreek dan wel af wie de jury is. Iemand anders natuurlijk.

Het lukt altijd met de volgende tips:

• Maak groepjes van drie. Nummer één begint met een lange zin.
• Nummer twee verzint een tweede zin. Die kan bijvoorbeeld met Maar beginnen of met Opeens.
• De derde verzint de slotzin.
• Laat de kinderen alles opnemen. En na tien minuten nog eens beluisteren.

Ga ermee door tot je het met steeds kortere zinnen kan.

Voorbeelden:

De fles in de vensterbank was leeg.

Maar Anneke vulde hem met melk.

Toen kwam de poes, duwde hem om en dronk uit een grote witte plas.

 

Ik slaap.

Maar midden in de nacht hoor ik een geluid.

Het is mijn eigen gesnurk.

Tip: bij slaapfeestjes kan je doorgaan tot je erbij neervalt. Een jury helpt in zo’n geval om de meligheid wat te dimmen. Dat moeten dus mensen zijn tegen wie ze een beetje opkijken. Oudere buurkinderen of nichtjes en neefjes. Of jijzelf. Dan kun je ’s nachts milkshakes uitreiken als troostprijs en sorbets als hoofdprijs.

(c) Can Stock Photo / racorn

[ssba]