By 16 september 2016 Read More →

Verhalen schrijven met kinderen van groep 3 tot 5

Steevast als ik ergens op school kom, krijg ik de vraag: ‘Hoe gaat dat als je een boek schrijft?’ In maart verscheen mijn avonturenboek voor de bovenbouw. Daar lees ik uit voor en vertel over mijn vak.

Hoe schrijf je nou een boek? Veel meisjes uit groep vijf of zes weten het niet. Maar ze hebben er allemaal over nagedacht. En veel jongens uit groep zeven ook. Want je eigen boek schrijven, dat lijkt hen fantastisch. De jongste schrijver woont in Haarlem en is zeven. ‘Wow, kan ik dat ook?’. Eerst luisteren ze naar een stukje over Carlijn, die vastzit in de achtbaan. Dan komen de vragen.

‘Hoe komt het in de winkel terecht?’ vragen de praktische types. Ze zitten rechtop en slijpen ondertussen vast een potlood. Ze zouden wel een bestseller willen schrijven, of uitgever zijn.

Denkers en dromers

‘Hoe loopt het af?’ vragen dromers. Hun fantasie is volop aan het werk. Zelf iets verzinnen, dat boeit vooral. Een verhaal of een spel. Ze zien het helemaal voor zich. Vaak zijn dat ook knutselkinderen en huttenbouwers. Zulke kinderen zien in een een rafelrand aan een kleed een rol al een leeuwenvel. Ze kunnen improviseren en willen niet eerst weten hoe het hoort. Precies zo kunnen ze met een woord aan de gang. Voor je het weet, sleuren ze je het verhaal in.

En de denkers willen weten: ‘En hoe bedenk je zoiets?’ Ze zien het verhaal vooral als een middel om ergens achter te komen. Hoe voelt het om blind te zijn? De blinde man Hom in mijn boek, die triggert hen. Hoe is het voor Hom in de achtbaan? Voor je het weet hebben ze het over G-force. Of zitten ze te bedenken hoe Carlijn gaat reageren als de achtbaan kapot vastloopt.

Kinderboekenschrijfster Claertje krijgt van kinderen steevast de vraag 'hoe schrijf je nu een boek?'. Het begint bij verhalen schrijven. Claertje legt uit.

Samen een verhaal maken

Met elkaar zet een groep kinderen razendsnel een verhaal in elkaar. Of ik nou met groep drie of met groep zes werk, binnen een kwartier lukt het de groep. Ze verzinnen samen een verhaal. De docent is secretaresse vandaag. Heb je weleens vier leeftijdsgenoten van je kind over de vloer? Hier zijn twee ideeën die je ook thuis kunt gebruiken. Tip: neem het verhaal op met een telefoon.

Een verhaal vol nieuwe woorden

Met deze duidelijke regels kunnen kinderen vanaf groep 3 samen een verhaal verzinnen. Vijf kinderen schrijven elk een woord op dat ze hebben geleerd. Daarna maken ze samen met ieder woord een zin en een rijm-zin.

  1. Zin één eindigt op bijvoorbeeld MAAN. ‘Een sloddervos woonde op de maan.’
  2. Dus zin twee rijmt op MAAN. Bijvoorbeeld: ‘Hij liet een schil vallen van een BANAAN.’
  3. Zin drie eindigt bijvoorbeeld op ‘IK’, als in: ´Die vond ik.’
  4. Zin vier rijmt daarop. ‘Hij lag bovenop RICK.’
  5. Zin vijf eindigt op het derde woord. ‘Roos’ bijvoorbeeld. ‘Maar Rick sliep als een ROOS’

Enzovoorts tot en met het slot in zin tien.

Een verhaal binnen een kwartier

Vijf kinderen uit groep 5 schrijven ook vijf woorden op. Bijvoorbeeld: Lamp stoel vissen tram laat. Met deze woorden bedenken ze samen een verhaal in tien regels. Elke regel eindigt met een van de vijf woorden of moet erop rijmen. Hoe gekker hoe leuker, bijvoorbeeld:

  1. Ik vond op de zolder een lamp,
  2. zo leek ik een griezelige vamp.
  3. Maar terug op mijn stoel,
  4. kreeg ik het gevoel.
  5. Dat ik met die lamp moest gaan vissen,
  6. voordat ze me als vamp gingen dissen.
  7. Dus stap ik met m’n lamp in de tram,
  8. komt de conducteur, zeg ik hem:
  9. s’ Nachts vissen is echt donker en laat’,
  10. daarom loop ik met een lamp over straat!

Hoe meer beperkingen, hoe sneller de ideeën komen. Vijf woorden? Geen probleem. Rijmen? Even zoeken. In tien zinnen een verhaal? Dat is met elkaar wel te doen. Lachen meestal.

(c) Can Stock Photo / Robhainer

[ssba]

Comments are closed.

Posted in: Opvoeden, Kinderboeken, Trend

Auteur:

Kinderboekenschrijfster Claertje Frieke geniet van Utrecht, de stad waar ze met Fred en twee kano’s woont. Met Tim en Vera zijn ze vaak in andere steden om kunst te bewonderen. Als gezin woonden ze acht jaar in Afrika voor taalwerk. Vera en Tim kregen thuisonderwijs tot groep zeven. Claertje ontdekte de mogelijkheden van fantasie bij les in taalvaardigheden, check www.taalalseenjas.nl