Wat als die bekende roze wolk na je bevalling grijs is?

Om mij heen worden veel baby’s geboren. Daar geniet ik van. Dat prille geluk van mama (en papa) en kind. Alhoewel; is het wel allemaal rozengeur en maneschijn zo na de bevalling?

Het is nog steeds –wel minder dan vroeger, maar goed- een redelijk taboe om als moeder te laten zien dat de kraamtijd en het hebben en verzorgen van een baby tegenvalt. Kraamtranen (babyblues), moe en onzekerheid is normaal. Het gaat weer over na een paar dagen tot zo’n twee weken. Maar wanneer, en met welke verschijnselen, zou je kunnen denken aan PND (postnatale depressie ook wel postpartum depressie genoemd)? Belangrijker nog: wat kun of moet je doen?

postnatale depressie PND grijze wolk

Hoe ontstaat PND?
Het dragen en baren van een baby gaat je niet in de koude kleren zitten. Het klinkt gemakkelijker dan het is. In het lichaam van de (aanstaande) moeder gaat de hormoonhuishouding flink te keer. De hormoonspiegel stijgt snel in de zwangerschap. Na de bevalling raken de hormonen van slag door het ontzwangeren en het (soms plotselinge) dalen van de hormoonspiegel. Wanneer de hormoonhuishouding in disbalans is, kun je je daar behoorlijk rot door voelen. De één wat meer dan de ander.
Buiten opspelende hormonen, zijn een familiehistorie met depressie, een schildklierafwijking of een vitaminen/mineralen-disbalans, risico’s om een PND te ontwikkelen. Ook een onverwachtse heftige (bijvoorbeeld tangverlossing), snelle bevalling of ongeplande keizersnede, kan een shockeffect geven. Daardoor kan de moeder getraumatiseerd raken en heeft ze wellicht moeite met het verwerken van alle emoties. Een tekort aan rust of slaap, psychosociale omstandigheden, zoals stress, relatieproblemen of geldproblemen, kunnen mede een PND veroorzaken. Eveneens wordt gezegd dat vrouwen die last hebben van PMS (premenstrueel syndroom) een grotere kans hebben op PND.

Een PND komt bij 1 op de 10 jonge moeders voor, waarbij moeders die al eerder een PND meemaakten ongeveer 60 procent kans hebben op herhaling. De PND kan na 4 tot 6 weken ontstaan, maar ook pas na 6 maanden. Onbehandeld kan de depressie een aantal maanden tot een jaar of langer duren.

Wanneer moet je denken aan een PND?

Er zijn veel uiteenlopende signalen die zouden kunnen wijzen op PND. Logisch want elke vrouw is uniek, met een unieke hormoonhuishouding, unieke omstandigheden en een unieke bevalling. Welke signalen zouden onder andere een alarmbel kunnen of moeten laten rinkelen? Extreem angstig, uitermate bezorgd over je baby of juist weinig interesse in en plezier van je baby, oververmoeid, depressieve gedachten, somber, gewichtsverlies, matte uitstraling, overmatige transpiratie (vooral ’s nachts), labiel, prikkelbaar, nerveus, agressief, veel huilen, ongelukkig voelen, een leeg gevoel van binnen, concentratieverlies, allerlei lichamelijke klachten, lusteloosheid, geen zin in (kraam)bezoek, lichamelijk contact met je baby vermijden en zo zijn er meer signalen. In het algemeen geldt dat als je net moeder bent geworden en je je na een paar weken blijvend en dagelijks (langer dan twee weken) erg naar voelt en het moederschap niet echt ziet zitten, het nodig is om hierover te praten. Met familie, bekenden en/of met een professional.

Taboe

En dat praten is nu juist zo vreselijk moeilijk. Dan ben je net moeder geworden, alles is goed gegaan, je kindje is gezond, jullie zijn thuis en toch voel jij je absoluut niet lekker in je vel. Je schaamt je dat je dit voelt en wellicht spelen schuldgevoelens naar je baby en naar anderen om je heen, een belemmerende rol om je uit te spreken. Toch is dit erg belangrijk. Door de nare gevoelens te ontkennen, kan je als moeder geïsoleerd raken en je steeds rotter gaan voelen.

Wat kun en moet je doen?

  1. Accepteren; hoe moeilijk en zwaar ook, dat je je rot voelt en niet de blije moeder bent die je verwacht had te zijn. Schaamte en schuld over je rot voelen verergeren het rot voelen; iedereen weet dat geen moeder zich met opzet zo wil voelen.
  2. Praten; met je partner, als je die hebt, of anderen die je vertrouwt.
  3. Professionele hulp; ga naar je huisarts, gynaecoloog of verloskundige en vertel hoe je je voelt en dat je je zorgen maakt.
  4. Ondersteuning; wanneer je eenmaal weet dat je een PND hebt, realiseer je dan dat dit overgaat (soms vanzelf en soms met hulp). Weet ook dat je ondersteuning nodig hebt van anderen. Zoals bij het huishouden, bij het verzorgen van de baby en misschien wel bij het verzorgen van anderen kinderen, als die er zijn.
  5. Behandeling; soms is het nodig om ondersteunende medicatie te nemen zoals antidepressiva, slaap- en/of kalmeringsmiddelen. Ook kan het zijn dat je een therapeutische traject moet starten.
  6. Rust/Ontspanning; buiten ondersteunende vitamines, medicatie, psychosociale hulp en andere hulp, is het van belang dat je je rust en ontspanning pakt daar waar je kunt of wilt. Probeer tijd te maken voor je zelf om iets te doen waarin je zin hebt. Let op dat het niet al te veel energie kost.
  7. Lichaamsbeweging; in het algemeen geldt dat bij een depressie of depressieve gevoelens dagelijkse lichaamsbeweging (buiten wandelen, stukje fietsen) het hoofd wat leger maakt.

Heeft een PND effect op je baby?
Grote vraag van veel moeders tijdens en na het hebben van een PND? Is dit schadelijk voor de baby? De baby is, zeker in het begin, vooral gericht op zijn/haar moeder en merkt natuurlijk best als de moeder niet lekker in haar vel zit, gestresst is of moeite heeft met verzorgen of aanraken. Dat kan een onveilig, onrustig gevoel en stress geven. Waardoor de baby minder goed zou kunnen gaan slapen, drinken/eten en de ontwikkeling vertraagd zou kunnen worden.
In het belang van moeder en kind, moet daarom zo snel mogelijk actie worden ondernomen bij een vermoeden van PND. Wanneer de partner, (schoon)ouders, familie, vrienden of andere betrokkenen ondersteuning geven aan moeder en bij het verzorgen van de baby, zal het kind minder tot geen last hebben of krijgen. Door tijdige (h)erkenning, eventuele behandeling en voldoende ondersteuning, zal moeder haar ongerustheid over het welzijn van de baby verminderen. Dat draagt weer bij aan het eerder lekker gaan voelen van moeder.

[ssba]
Posted in: Zwanger en Baby

Auteur:

Hadassa Voet is integratief kindertherapeut en moeder van vier volwassen kinderen (3 dochters, 1 zoon) en sinds 2012 trotse (oppas)oma van een kleindochter en kleinzoon. Lees meer >>