5 x waarom je geen Lego in huis moet halen
Aan speelgoed hier geen gebrek schreef ik de vorige keer al. Niet alleen is onze tuin overgenomen door bontgekleurd speelgoed, ook ons huis staat er vol mee. Van kleine speelgoedautootjes tot aan complete ridderkastelen en brandweerkazernes van Lego. En over dat laatste wil ik het vandaag met je hebben. Want ik heb, net als met onze zandbak, een haat-liefde verhouding met Lego.
Waarom je geen Lego moet aanschaffen
Onze jongens zijn gék op bouwen. Alles waarmee je maar bouwen kunt, staat bij ons in huis. Blokkentorens zo hoog als de Eifeltoren en een skyline van Lego die inmiddels buitenproportionele vormen aanneemt, sieren onze woonkamer. Want denk maar niet dat we de bouwwerken, waar onze zonen bloed, zweet en tranen in hebben gestoken, mogen afbreken aan het einde van de dag. En met dat ik ‘s morgens uit bed stap om met mijn slaperige hoofd blootvoets op een legoblokje te staan, krijg ik daar meteen weer spijt van.
#1 Lego is HEEL klein
Als kind speelde ik altijd en veel met Lego. Wat dat betreft hebben onze jongens het niet van een vreemde. Dozen vol had ik met die kleine bouwsteentjes. Maar ik had kennelijk uit mijn geheugen gewist, hoe klein het verrekte spul eigenlijk is. Pruikjes, hoedjes, lampjes, ik kan het nauwelijks met mijn blote oog waarnemen. Laat staan het met mijn dikke worstenvingers in elkaar zetten.
#1 Lego raakt ALTIJD zoek
Omdat de Deense bouwsteentjes zo klein zijn, raakt het hier klaarblijkelijk altijd zoek. Misschien dat de hond het opeet of onze Robotstofzuiger er dol op is, maar er is geen Lego-set in huis die nog helemaal compleet is. En als ik ergens een hekel aan heb, dan zijn het wel incomplete Lego-sets. Je weet wel, zo’n autootje waarvan je nog maar drie wielen hebt. Avond aan avond zoek ik mij dan ook een breuk naar zoekgeraakte Lego-onderdelen.
#2 Lego-onderdelen liggen OVERAL
Om diezelfde reden tref ik Lego OVERAL in huis. Ik kan geen bank aan de kant schuiven of ik vind het missende lampje van de brandweerauto of het lang gezochte Legozwaardje dat bij die ene ridder hoorde. Waarom in vredesnaam maken ze het spul zo klein?!
#4 Legoblokjes doen VEEL pijn
Rondslingerende Legoblokjes doen pijn, VEEL pijn. Er zijn zelfs complete studies aan gewijd, die onderzochten waarom die verrekte Legoblokjes zoveel pijn doen, wanneer je erop gaat staan. Het schijnt allemaal te maken hebben met de drukverdeling in je lijf wanneer je met je volle gewicht op een vierkante centimeter gaat staan. En je ziet ze niet liggen hè, die verrekte Legoblokjes. Ik herhaal het nog maar eens. Waarom in vredesnaam maken ze het zo klein?!
#5 Lego is VERSLAVEND
Ze zeggen wel eens dat er gevaar schuilt in de hoeveelheid beeldschermtijd waaraan je je kind blootstelt, maar niemand rept over het hoge verslavingspotentieel van Lego. Want met Lego spelen alleen is natuurlijk bij lange na niet genoeg. Nee, we kijken naar Lego op TV en in de bioscoop. En de favoriete Legoheld van je kind mag uiteraard in de garderobekast ook niet ontbreken.
Dus krab jezelf nog eens goed achter de oren, voordat je je kinderen blootstelt aan het Legovirus. Niet alleen ondervind je zelf de ongemakken ervan, wanneer je er wéér met je blote voeten op bent gaan staan. Je kinderen raken volledig van Lego in de ban. Voor je het weet is elk Sinterklaaslijstje tot de nok toe gevuld met de meest dure Lego-creaties en puilt elke speelgoedbak in huis uit met de kleinste onderdeeltjes die je je maar kunt voorstellen.
Maar het cliché is waar; van Lego worden kinderen creatief en inventief. En misschien nog wel belangrijker, je kinderen zijn er uren zoet mee. Net zoals wij dat vroeger waren, toen onze ouders zich groen en geel ergerden aan die kleine bouwsteentjes, die maar over en over zoek raakten. Het is immers niet voor niets het nummer 1 speelgoed van alle tijden… toch?
Is jouw kind ook gek op Lego? Slingert het bij jou ook door het hele huis rond? Of heb jij die fantastische opruimtip voor Roelina? Laat het ons weten op Facebook.
(c) Can Stock Photo / artfotoss
Auteur: Roelina Jut
Roelina is een ‘working mom’ van twee zoons (Finn en Olle) en een engelmeisje (Jasmijn), dat 2 weken na haar geboorte is overleden. Ze is gelukkig ongetrouwd met haar allerbeste vriend waarmee ze samenwoont in, zoals zij zelf zegt, haar huishouden van Jan Steen. Roelina werkt 36 uur in de week in de marketing en propt haar vrije tijd vol met hobby’s.