Oefeningen voor thuis samen met je kind
Ik geef workshops aan kinder- en jongerencoaches die praktische werkvormen willen gebruiken in hun praktijk. Mijn boek: ‘Hoe houd je het gezellig thuis?‘ neem ik daarvoor als basis.
De workshops zijn altijd een feest van inspiratie en uitwisseling. Ook voor mij.
De Speeltuin van de Kindertherapeut
Zoals een beginnende coach liet weten: “Dank je wel voor de leuke en inspirerende workshop vorige week vrijdag en al het toegestuurde materiaal. Ik heb dit als waardevolle aanvulling ervaren op al het materiaal dat ik al had aangeschaft en de opleidingen die ik heb gevolgd. Nu de laatste loodjes om mijn eigen praktijk daadwerkelijk te starten.”
Deze coach had een ander boek bij zich, dat ik zelf ook meteen heb besteld: De Speeltuin van de Kindertherapeut. Een boek met een schat aan werkvormen bij elkaar gebracht door allerlei therapeuten van verschillende stromingen.
Omdat ik erg hou van praktische werkvormen in de coaching van kinderen en jongeren, is dit voor mij een ideaal boek. Het heeft me zoveel nieuwe ideeën en tools gegeven! Ik ben er erg enthousiast over dat zoveel verschillende therapeuten en coaches hun successen hebben gedeeld. Maar niet alleen voor professionals is dit een fijn boek, ouders kunnen er ook heleboel uithalen als ze hun kind willen helpen om de vele uitdagingen van het leven aan te gaan.
Inspiratie voor werkvormen met kinderen
Ik noem er een paar uit het boek waarmee jij als ouder ook aan de slag kan thuis.
# De vragen van de vingers van je hand
Doel: kinderen op een speelse manier laten nadenken over zichzelf. Stel je kind wil iets veranderen, bijvoorbeeld minder ruzie maken met z’n broertje. Je kan dan samen met hem spelenderwijs zoeken naar manieren om dat te gaan aanpakken.
Alle vingers van je hand hebben een vraag in zich: de duim vraagt: ‘Waar ben je goed in?’ Als je kind bijvoorbeeld zegt: ”Ik kan goed grappen maken”, dan is dat handig om in te zetten om op een leuke manier met zijn broertje te spelen.
De wijsvinger: ‘Waar wil je naartoe?’ -> “Ik wil leuk spelen zonder vechten”.
De middelvinger: ‘Waar heb je een hekel aan?’ (Erg fijn voor kinderen om nu eens hun middelvinger zonder problemen op te kunnen steken!)-> “Dat je je niet met ons bemoeit als we ruzie maken. We kunnen dat best zelf oplossen”.
De ringvinger: ‘Waar voel je je verbonden mee?’ Of:’ Waar houd je van?’ -> “lekker stoeien”.
De pink: ‘Wat kan je nog niet zo goed?’ -> “Ik kan nog niet zo goed luisteren als mijn broertje Stop hou op zegt”.
Vervolgens kan je afspreken hoe hij dat gaat oefenen en waar hij hulp van jou (of van een ander) bij nodig heeft.
# Ik als held
Doel: versterken van het zelfbeeld van je kind. Stel dat je dochter onzeker is over hoe ze in een nieuwe klas vriendinnen kan maken.
Laat haar een tekening van zichzelf als held maken. Stel vragen als: welke held is getekend? Wat kan die allemaal? Waar is de held goed in? Waar heeft zij nog hulp bij nodig? Welke krachten heeft je held? En welke mist zij? Wie kan haar helpen?
Zo kan je samen uitvinden waar je dochter nog hulp bij nodig heeft. Misschien leren op zichzelf te vertrouwen, want ze heeft immers eerder ook vriendinnen kunnen maken. Of samen met jou iets leuks organiseren voor een groepje nieuwe klasgenoten.
Allemaal vragen waarmee je een leuk en verdiepend gesprek kan voeren met je kind over wat zij al kan en wat zij voor kwaliteiten heeft. En welke hulp zij nog nodig heeft.
# Het piekermoment
Doel: voorkomen dat je kind (of jij) ’s nachts ligt te piekeren.
Ga elke avond (niet vlak voor dat je slapen gaat) zitten met pen en papier en schrijf alles op waar je over piekert of zou kunnen gaan piekeren. Maak een to-do lijst en zeg tegen jezelf: dit komt morgen. Ga nog even goed nadenken wat er nog meer op de lijst zou kunnen komen.
Leg dat papier en pen eventueel op je nachtkastje, zodat je ’s nachts als je wakker wordt, je piekergedachten meteen op kan schrijven en weer kan gaan slapen.
# Het toverlaken
Doel: leren samenwerken en overleggen. Ook leuk voor met een groep of in de klas.
Stel je wilt een groepje kinderen leren hoe ze moeten overleggen voordat ze aan een groepsopdracht beginnen. Dan kan je op een leuke manier laten voelen hoe belangrijk het is om te overleggen, in plaats om meteen aan de slag te gaan (en dat wordt dan meestal elk voor zich). Dat kan thuis ook bij: wat gaan we doen in de vakantie? Of als je met z’n allen het huis wil opruimen.
Neem een laken en vraag de kinderen erop te gaan staan. Geef ze dan de opdracht dat ze het laken moeten omdraaien zonder er vanaf te gaan. De eerste poging gaat meestal mis, omdat iedereen gewoon begint. Laat ze zo een tijd aanmodderen, waarna je hen de opdracht geeft om het weer een keer te doen, maar nu door eerst met elkaar te overleggen en naar elkaar te luisteren. Bespreek dan hoe handig het is om eerst te overleggen en niet meteen te beginnen.
Bestel hier:
De Speeltuin van de Kindertherapeut, Dominiek Huis in ’t Veld-Verhoeven (Red.) Uitgeverij Pelckmans Pro
[ssba]Auteur: Charlotte Borggreve
Charlotte Borggreve is naast moeder van drie ook orthopedagoge en kinder- en jongerencoach en heeft een eigen praktijk in Amsterdam Centrum.