Faalangst, wat doe je er aan? 11 tips voor ouders
Heeft je kind er wel eens last van dat het opeens niet meer durft? Dicht slaat voor een toets of niet uit zijn/haar woorden kan komen bij een goed voorbereide spreekbeurt? Dan kan je kind last van faalangst hebben.
Faalangst is een beetje een groot woord. Als het echt zo moeilijk wordt dat een kind (of volwassene, want die kunnen er ook last van hebben) dingen niet meer doet of ontwijkt, omdat het bang is om te falen en dat dat hem of haar echt hindert en belemmert, dan kan je van faalangst spreken. Of als je kind maar door blijft gaan met oefenen omdat het bang is dat het nooit goed genoeg is, dan kan je je zorgen gaan maken. Maar als het zo nu en dan gebeurt, kun je beter spreken van bang zijn om iets verkeerd te doen. Daar kan je kind met een paar oefeningen snel mee leren omgaan.
Alles goed moeten doen
Ik krijg in mijn praktijk veel kinderen uit groep 3 en 4 die denken dat ze alles meteen goed moeten doen op school. Dan is het belangrijk om uit te leggen dat school er juist is om dingen te leren en dat je fouten mag maken. Dat het er vooral om gaat dat je goed oplet, oefent en leert van je fouten. Ouders moeten zich realiseren dat te hoge verwachtingen tot faalangst kunnen leiden – te weinig uitdaging en overbescherming eveneens.
Net als bij angst zijn er bij faalangst drie types.
- Vechters: je kind blijft maar doorgaan.
- Vluchters: je kind doet niets of weinig.
- Bevriezers: je kind blokkeert.
11 tips om je kind te helpen bij faalangst
1. Zelfvertrouwen krijgen
Zelfvertrouwen krijgen door na te gaan wat zijn kwaliteiten zijn en hoe die deze kan inzetten om zijn doel te bereiken. Een leuke manier om kwaliteiten in beeld te krijgen is bijvoorbeeld het Kwaliteitenspel.
2. Ontspannen
Leer je kind een paar ontspanningsoefeningen die het zittend of staand even kan doen (aan zijn tafel of voor de klas) (mindfulness)
3. Plannen
Laat je kind een studeerschema maken met ontspanning ertussen. Wissel leren dus af met sport, tv en of lekker bij kletsen.
4. Fouten maken mag
Leer je kind in te zien dat fouten maken bij het leven hoort. Dat je juist leert van je fouten. En dat je kind op school fouten mag maken.
5. Niet preken
Probeer als ouder niet te preken, maar bijvoorbeeld te vragen: “hoe kunnen wij je helpen om je spreekbeurt goed voor te bereiden?”. Of “hoe kunnen wij je helpen om te stoppen met die niet-helpende gedachten en vertrouwen te hebben?”
6. Maak helpende gedachten
Leer je kind om van niet-helpende gedachten (‘dit is te moeilijk’), helpende gedachten te maken (‘ik heb me goed voorbereid en als ik even rustig nadenk kom ik wel op het antwoord’).
7. Praat terug
om terug te praten: “o ja, hoe weet je zo zeker dat je dat niet kan? Wie zegt dat? Is dat waarheid of neem je dat zomaar aan?”
8. Stel de 3 basisvragen bij angst
om de volgende drie vragen te stellen:
- Wat is het ergste dat er kan gebeuren? (Ik sta voor de klas om mijn spreekbeurt te houden en ik ben alles vergeten)
- Wat is het minst erg?(Ik hou een geweldige spreekbeurt, zonder fouten)
- Wat zal er waarschijnlijk gebeuren? (Ik hou mijn spreekbeurt en ik haper zo nu en dan, of moet op mijn papiertje kijken, maar ik breng het tot een goed einde)
Verder:
9. Eigen verwachtingen onderzoeken
Faalangst kan overdraagbaar zijn van ouder naar kind. Onderzoek daarom ook je eigen verwachtingen. V vind je diep vanbinnen dat je kind hetzelfde moet kunnen als jij? Of juist dingen moet waarmaken die je zelf nooit mocht of hebt gedaan?
10. Is een blokkade erg?
Hoe erg is het als je kind blokkeert? Een vraag niet weet? Een onvoldoende voor een vak haalt? Zijn spreekbeurt met haperen doet, of een heel stuk vergeet? Lager scoort op de Citotoets dan je verwachtte?
11. Helpen, niet oplossen
Help, maar ga het niet oplossen (de verantwoordelijkheid overnemen).
Succes!
[ssba]Auteur: Charlotte Borggreve
Charlotte Borggreve is naast moeder van drie ook orthopedagoge en kinder- en jongerencoach en heeft een eigen praktijk in Amsterdam Centrum.