Geef jij je kind zakgeld? 5 tips

Zakgeld blijft een interessant onderwerp. Alleen al omdat dit in ons gezin met drie kinderen vaak een topic was.

Wij waren met onze zoons namelijk in een valkuil getrapt. Als ze iets echt heel graag wilden, die speciale nieuwe schoenen bijvoorbeeld, die alleen nu te koop waren, leenden we ze het geld. En zouden ze ons wekelijks of maandelijks afbetalen. Daar stonden we dan ook op! Het voordeel daarvan is dat je ze (op dat moment…) heel gelukkig maakt. Nadeel is dat je eindeloos achter dat afbetalen aan moet zitten. En dat ook nog eens goed moet administreren, want anders zeggen ze met een uitgestreken gezicht dat ze het je toch allang hebben terugbetaald? Niet doen dus…

Kleed- en zakgeld

Zakgeld en kleedgeld geven is wel belangrijk omdat het je kind leert om met geld om te gaan. 61% van de volwassenen met een betalingsachterstand zegt geen financiële opvoeding te hebben gehad. Ook sparen ze minder en kopen ze vaker spullen waarvoor ze eigenlijk geen geld hebben.

Vijf tips voor zakgeld

1. Begin op tijd. Op zesjarige leeftijd als je kind leert rekenen. Geef ze dan ook contant geld, zodat ze de waarde van de munten leren kennen en zien hoeveel wisselgeld ze krijgen.

2. Kies een eerlijk bedrag. Bij het Nibud kan je precies lezen hoeveel gemiddeld een kind krijgt. Daarbij hangt het ervan af hoeveel geld je zelf besteed. Kinderen van zes tot acht krijgen gemiddeld 1 tot 2 euro per week. En dan per elk levensjaar 20 cent erbij. Het hangt er natuurlijk ook vanaf wat je kind van dat geld moet betalen. Ook cadeautjes? Dan moet je het wel wat meer geven. Als je kind vindt dat zijn zakgeld omhoog moet, laat het dan een voorstel met argumenten schrijven en een begroting. Ook heel leerzaam!

3. Maak duidelijke afspraken en hou je daaraan! Geef zakgeld op een vaste dag en spreek af wat ervan betaald moet worden.  Geef of leen (zoals ik deed) geen extra geld. Op = op is een goede leerschool.

4. Leer je kind sparen of juist uitgeven. Ontdek wat je kind voor ‘geldtype’ is: geeft het meteen alles uit? Of spaart het ervan. Besef ook dat de manier waarop je kind met geld omgaat kan botsen met dat van jou als ouder. Probeer toch aan te sluiten bij het gedrag van je kind en stuur af en toe bij. Heb je een kind dat geen geld durft uit te geven? Help hem daar dan ook bij: het is immers nadenken en kiezen wat je wilt. Best lastig! Wil je dat een kind een deel ervan spaart? Zorg dan voor een (doorzichtige) spaarpot.

5. Gebruik zakgeld niet als straf of beloning. Zakgeld is een onderdeel van groot worden en van verantwoordelijkheid krijgen. Dat betekent dus niet straffen of belonen met zakgeld. Wel kan je je kind soms iets betalen voor een klusje (niet voor dagelijkse dingen als de tafel afruimen, maar voor een keer de auto wassen bijvoorbeeld). En wordt niet boos als ze hun zakgeld niet op die manier uitgeven als je als ouder zou willen.

 

 

Weetjes:

Volgens het Nibud kost de kleding van een puber ongeveer €55 per maand. Kinderen van twaalf en dertien jaar krijgen gemiddeld tussen de 30 en 50 euro. Vroeger en nu: in 1984 deed het Nibud voor het eerst onderzoek naar zak- en kleedgeld en net als nu kreeg toen 85% van de kinderen geld. Kinderen kregen toen nagenoeg hetzelfde maar gaven daarvan de helft uit, de rest spaarden ze en nu tweederde. Zie ook het Nibud: www.nibud.nl en mijn vorige blog over zakgeld.

 

bron: 5 tips van Anne Vegterlo uit NRC van 22 juli 2016

[ssba]