7x Taal stimuleren bij baby en peuter

Lees deze 7 tips om de taalontwikkeling bij babys en peuters te stimuleren.

Peuters zijn geniaal met taal. Tsjoekovski van de pas vertaalde kinderdichtbundel ‘Bij mij op de maan’ beweerde dat. Waarom noemt deze Rus precies peuters en precies taal? Twee tot vijfjarigen doen inderdaad opvallend geniale taalvondsten. Maar waarom? Ik zocht het uit en ontdekte de basis in het babybrein. Het taalvermogen!

Elk kind is een taalgenie en de omgeving kan dat activeren! Ik haalde er zeven tips uit om taalgenieën te activeren.

7 x taal stimuleren bij baby en peuter

1. Vermijd achtergrondgeluiden als je praat
Luisteren doen mensenkinderen al in de buik. Tot negen maanden na de geboorte gaat dat heel passief. Alle klanken vormen nog een brij. Het eerste dat baby’s oppikken is ritme en intonatie. Acht weken na de conceptie begint de groeisprint in de hersenen. Elk etmaal komen er drieduizend hersencellen bij. Dit tempo zet door tot tweejarige leeftijd.

Luisteren resulteert in nieuwe hersencelverbindingen. Zo help je je baby: laat klanken uit de moedertaal duidelijk zijn. Zet muziek uit. En doe de deur naar die luidruchtige wasmachine dicht.

2. Praat zoveel mogelijk met je kind
Er is een biologische reden dat vrouwen de meeste woorden per etmaal zeggen. Daar leert een kind van. Praat daarom met je kind als het wakker is en beperk je woordenschat niet. Kinderen kraaien allerlei mogelijkheden. Daarmee vragen ze om input. Want als jij reageert, merken ze aan jou wat normaal is. In de eerste fase zijn dat vooral klanken.

Wat gebeurt bijvoorbeeld in het hoofdje van een kind dat ligt te kraaien in de box? De hersencellen zijn losse neuronen die zich verbinden met honderden buurcellen. Zo ontstaan tienduizenden verbindingen. Daarmee kan een baby alle klanken van de wereld maken. Dat hoor je aan al die prachtige Zoeloe kliks, die diepe Arabische G klanken en die grappige R van je baby. Als baby’s zelf ook zulke klanken horen, blijven ze die produceren. Zo niet dan verdwijnen de bijbehorende hersencelverbindingen. Zo  ontstaat er ruimte om meer te leren. Als jij praat, begint het babybrein klanken uit de moedertaal te onthouden.

3. Reageer positief op gebrabbel
Kinderen hebben met twee jaar al driekwart van hun volgroeide hersenen. Op vijfjarige leeftijd is dat 90 procent. Tussen die tijd heeft je kind vooral bevestiging nodig. Veel kinderen beginnen met een half woord. Of met een brabbeltje in het goede ritme. ‘Mo’ in plaats van ‘molen’ klopt precies. Want MO krijgt de klemtoon. Of ‘eh AA’ voor een tomaat.

a. Moedig gebrabbel aan. ‘Ja? Wat zei je?’
b. Herhaal het volledige woord. Molen! Tomaat!
c. Vergeet niet te zeggen: ‘Goed zeg!’ Want ‘eh’ is heel normaal voor een lettergreep zonder klemtoon, denk maar aan ‘kanaal’. Het ritme heeft je kind al helemaal door.

4. Zorg voor een veilige omgeving

Lach je kind niet uit om prietpraat. Vooral niet als er anderen bij zijn. Want de hersenen die emoties regelen, geven dan rood licht. Geef je kind als het even kan groen licht. Dat doe je door volle aandacht voor halfbakken praat. Zo geef je het signaal dat taal gewoon een poging mag zijn om elkaar te begrijpen.

taal stimuleren bij baby en peuter

5. Bouw concreet aan het beeldend vermogen
Het is niet vanzelfsprekend dat een paard een ‘paard’ heet en geen ‘kuda’, zoals in het Temuaans. Er bestaan minstens 6.000 talen met elk een unieke basiswoordenschat. Dus hoe meer dingen jij benoemt, hoe eerder je kind een beeld krijgt bij het horen van een woord:

a. Benoem dierennamen, dan wennen ze eraan. Woef! Is leuk voor een spelletje erbij.
b. Wijs je oren, neus, mond etc. aan en benoem de namen. Daarna bij het kindje.
c. Tenslotte raadt het kind de namen als jij het aanwijst en vraagt: ‘Hoe heet dit?’

6. Neem je kind op schoot om later tekstverbanden te snappen
Overal op de wereld doen ouders beweegspelletjes met peuters. Kinderen oefenen zo op schoot met taal. Uit recent hersenonderzoek bleek dat schootspelletjes de babyhersens laten samenwerken. Niet onbelangrijk. Want die samenwerking is onmisbaar voor elk tekstbegrip:

  •    de visuele cortex, achterin het hoofd prikkel je met oogcontact
    • de auditieve cortex in de zijkanten van het hoofd door te zingen ‘Hop hop hop’
    • het spraakbegrip voorin links in het hoofd verwacht het ‘gat in de weg’
    • de verbeelding, rechts in het hoofd prikkel je door ‘paardje in galop’
    • de sensomotorische cortex bovenin het hoofd merkt op dat de schoot wiebelt

> Lees ook: Leren praten met handen en voeten: taalspelletjes voor kleine kinderen

7. Logboeken
Tot kinderen twee zijn, werkt hun brein dag en nacht aan de basis van die geniale peutertaalgrappen. Laat het resultaat je niet ontgaan. Gebruik een logboek voor alle taalvondsten van je peuter. Een gezinskalender met hokjes is ideaal voor zo iets. Maar doe dan de planning op een andere kalender. Vaak ontdek je de logica nadat je het hebt opgeschreven. Dat helpt je om er goed op in te gaan. Een sluippaard in de dierentuin? Een verderkijker of een stapelbus? Dat zijn leuke woorden om eens over door te kletsen. ‘Waarom noemen de mensen dat zo?’ Je kind is veel consequenter dan je zou denken. Dat lees je terug in zo’n logboek.

[ssba]

Comments are closed.

Posted in: Opvoeden, Peuter

Auteur:

Kinderboekenschrijfster Claertje Frieke geniet van Utrecht, de stad waar ze met Fred en twee kano’s woont. Met Tim en Vera zijn ze vaak in andere steden om kunst te bewonderen. Als gezin woonden ze acht jaar in Afrika voor taalwerk. Vera en Tim kregen thuisonderwijs tot groep zeven. Claertje ontdekte de mogelijkheden van fantasie bij les in taalvaardigheden, check www.taalalseenjas.nl