Te veel rust in het hoofd van een AD(H)D kind
Mag ik even jullie aandacht? Op zich een volstrekt normale vraag, maar voor een kind met AD(H)D of andersoortige aandachts- en concentratieproblematiek een haast onmogelijke opgave. Niet zo gek ook als je bedenkt wat in ‘een AD(H)D bolletje’ gebeurt. Of beter gezegd, niet gebeurt.
De werking van het brein in een notendop
De hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen die met elkaar communiceren via stroompjes. Al deze stroompjes samen vormen elektrische signalen die aan de buitenkant van het hoofd gemeten kunnen worden. Een registratie van deze elektrische activiteit van hersenen wordt een EEG (Elektro- Encephalo-Grafie) genoemd. De zenuwcellen in de hersenen communiceren met elkaar via verschillende soorten hersengolven, variërend van langzame golven tot snelle golven. Om deze impulsoverdracht überhaupt mogelijk te maken, zijn de zenuwcellen (neuronen) afhankelijk van bepaalde chemische overdrachtsstoffen, zogeheten neurotransmitters, ofwel de boodschappers van het brein.
Het AD(H)D brein nader bekeken
De afgelopen decennia is er veel beeldvormend hersenonderzoek (neuro-imaging) gedaan en blijken er bij AD(H)D zowel structurele als functionele afwijkingen te bestaan.
Zo blijkt uit EEG onderzoek dat er bij AD(H)D – op groepsniveau, vergeleken met mensen van dezelfde leeftijd zonder AD(H)D – sprake is van een onderactief brein (als ik dit in mijn praktijk vertel zie ik doorgaans ronduit verbaasde gezichten – hoe kan het in het bolletje van zo’n druk kind té rustig zijn?).
>> LEES OOK: ADHD Stoornis of Karakter
Er wordt een bovengemiddelde hoeveelheid trage theta hersenactiviteit gezien. Theta activiteit komt voor tijdens dagdromen, doezelen en in fases van lichte slaap (vlak voor het wakker worden of in slaap vallen). Overmatige theta activiteit overdag zorgt voor concentratie- en motivatieproblemen. Daarnaast wordt een ondergemiddelde hoeveelheid snelle bèta activiteit gezien. Bèta activiteit speelt een belangrijke rol bij mentale inspanning, zoals gevraagd bij schoolse taken. Een tekort aan bèta activiteit zorgt voor een moeizamere informatieverwerking en een onvermogen om langdurig te focussen.
Met name frontale en centrale hersengebieden blijken bij mensen met AD(H)D minder goed te functioneren. De prefrontale cortex (het voorste hersengebied) is betrokken bij uitvoerende functies als aandacht en concentratie, motivatie, planning, kortetermijngeheugen en impulscontrole.
Een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline zorgt voor een verminderde rem- en filterfunctie bij mensen met AD(H)D.
De filterfunctie zorgt ervoor dat de ene prikkel wel doordringt en de andere niet of minder. Bij mensen met AD(H)D komen alle prikkels (bijna) even sterk binnen waardoor ze als even belangrijk beoordeeld worden. Het geluid van iemand die verderop staat te praten is net zo belangrijk als de stem van degene met wie je praat. Het is moeilijk de aandacht vast te houden en informatieverwerking verloopt moeizaam en traag.
Een verminderde remfunctie zorgt voor het ‘eerst doen, dan denken’ fenomeen, met impulsiviteit en motorisch onrustig gedrag als gevolg.
Behandeling bij AD(H)D
Bovenstaande informatie is leuk (of niet), maar belangrijker, wat kun je ermee?
Behandeling van AD(H)D betekent vaak (nog) medicatiegebruik, veelal met psychostimulantia als methylfenidaat (o.a. op de markt gebracht onder de merknaam Ritalin). Methylfenidaat remt de heropname van dopamine en noradrenaline zodat er een grotere hoeveelheid beschikbaar blijft voor impulsoverdracht, theta activiteit wordt verminderd en tegelijkertijd wordt bèta activiteit in het brein verhoogd. Resultaat is vaak dan ook meer impulscontrole, verbeterde aandacht en concentratie en een adequater functionerend brein in algehele zin. En wonderpil dus, of toch niet? Helaas kent methylfenidaat, net als elk ander medicijn, ook (ongewenste) bijwerkingen, waarover ook nog veel onbekend is. Ander nadeel is, is dat er feitelijk alleen aan symptoombestrijding gedaan wordt. Zodra medicatiegebruik gestaakt wordt, zal het onaangepast gedrag terugkeren.
Persoonlijk vind ik het dan ook niet zo verwonderlijk dat er nog altijd gezocht wordt naar andere behandelmethodieken, liefst zonder bijwerkingen en met blijvend resultaat.
Neurofeedback en AD(H)D
Neurofeedback is zo’n behandelmethode. In mijn praktijk behandel ik kinderen met AD(H)D met neurofeedback (terugkoppeling van eigen hersenactiviteit) waarbij het aanpassingsvermogen van het brein vergroot wordt en de hersenen leren minder theta activiteit en meer bèta activiteit te produceren. In een volgend artikel meer over deze relatief nieuwe behandelvorm.
Auteur: Monique Greijn
Monique woont samen met haar twee mannen en twee golden retrievers, nabij het ‘drie-provincien-punt’ Limburg-Brabant-Gelderland. Als geestelijke gezondheidkundige (mental health scientist) heeft ze een fascinatie voor gedrag in relatie tot de werking van het menselijk brein. In haar neurofeedbackpraktijk, Neuronique is ze sterk gericht op kwaliteit en werkt ze zoveel mogelijk vanuit wetenschappelijke onderbouwingen. Maar soms haalt de praktijk de wetenschap in! Want Monique is ook een tikje eigenwijs…