Zo ga je om met een jokkebrok

We stimuleren kinderen om lekker gebruik te maken van hun fantasie tijdens het spelen. Soms gaan ze daarin erg ver en lijken de waarheid niet meer van fantasie te onderscheiden. En liegen dus wel eens. Of jokken over hele kleine dingen. Vaak zijn ze bang voor je reactie. Ik zocht uit hoe je hier het beste mee om kunt gaan en verzamelde een aantal tips.

Er ligt veel tussen fantasie en werkelijkheid
Kinderen gaan soms helemaal op in hun fantasie. Zo ziet mijn dochter in een vlek op tafel een vogel en is de stofzuiger een bootje waar je mee door de kamer kunt varen. Ik kan hier echt van genieten en juich dit toe. De vlek op tafel is alleen niet door haar daar gekomen (‘dat heeft pappa gedaan’) en haar broertje (die nog niet kan praten) vroeg of ze de stofzuiger uit de kast kon pakken. Ze lijkt hier dan ook nog eens heilig van overtuigd. Wanneer is een kind bewust aan het jokken?

Zo ga je om met een jokkebrok Foto gemaakt door Pim Geerts

De ontwikkeling van een extern naar een intern geweten
Kinderen hebben tot een jaar of 7 nog geen eigen intern geweten. Wel ontwikkelen ze al vroeg een extern geweten. Dat ontwikkelt zich als volgt

  • baby’s en dreumesjes: je kind doet stout omdat hij regels alleen aan jou verbindt en impulsief reageert. Als jij de kamer uitloopt gaat hij dus aan de knopjes van de tv zitten en als je terugkomt houdt hij er soms mee op. Hij kijkt schuldbewust of lacht zelfs. Je denkt dat je boefje het expres doet, maar zodra je de kamer uit gaat gelden de regels gewoon niet meer in zijn ogen.
  • peuters en kleuters: je kind weet steeds beter welke regels er gelden. Ook als je de kamer uit bent. Hij kan wel gaan jokken, omdat hij bijvoorbeeld bang is voor straf of dat je hem niet meer lief vindt. Ook snapt hij oorzaak-gevolg nog niet zo goed en voelt hij zich nog niet echt schuldig. Het is belangrijk om te praten over wat er gebeurd is. Zo leert hij wat zijn aandeel in de situatie was en voelt hij zich meer begrepen.
  • kinderen ouder dan 6/7 jaar: je kind liegt op deze leeftijd bewust. Er zit vaak iets achter het liegen, zoals bang zijn voor straffen, aardig gevonden worden of om iets gedaan te krijgen. Een kind met een positief zelfbeeld liegt minder vaak.

Zo ga je om met een jokkebrok:

  • maak geen ding van het liegen zelf: je mag best benoemen dat je wil dat je kind de waarheid spreekt, maar sta niet te lang bij de leugen stil. Gooit je kind iets om en zegt hij dat zijn broer het heeft gedaan die niet thuis is? Zeg bijvoorbeeld: ‘je broer is niet thuis dus dat kan niet. Kom, laten we samen met een doekje de melk opruimen.’
  • vraag niet naar de bekende weg: als je ziet dat je kind de melk zelf omgooide, benoem dit dan. Je kind komt niet in de verleiding te liegen.
  • word niet boos en straf niet: niets is erger dan een boze pappa of mamma. Je mag best aangeven dat je het niet leuk vindt dat je kind liegt, maar woest worden of een flinke straf geven zorgt ervoor dat je kind bang wordt. En gaat misschien juist vaker liegen.
  • geef het goede voorbeeld: je kind leert niet van een leugentje om bestwil, ze hebben meer door dan je denkt. Pas ook op voor een niet waar te maken of verbroken belofte zoals ‘vanmiddag gaan we naar de speeltuin’ en het dan niet doen. Je kind kan dit zien als een leugen. Leg dus altijd uit waarom het niet lukt je aan je belofte te houden.

Waar liegt jouw kindje over?
Laatst maakte mijn dochter het erg bont en vertelde steeds een leugentje na een leugentje toen ik vroeg of ze een snoepje uit de kast op had gegeten. Uiteindelijk hebben we samen de prullenbak op zijn kop getild (bah!), omdat het snoepje ‘niet meer goed was met schimmel’ en onderin de prullenbak was gevallen toen ze het weggooide. Het moet niet gekker worden. Of heb jij nog een gekker voorbeeld? Ik ben heel benieuwd, deel je jouw ervaring hieronder of op Facebook?

[ssba]
Posted in: Opvoeden

Auteur:

Suzanne Donselaar is moeder van 2 en werkt als online marketeer. Ze combineert leuk voor de kinderen met leuk voor haarzelf en ze vindt opvoeden 'zwaarleuk’ .. meer lezen ..