Komt een kind bij de dokter
Onlangs moest ik met m’n dochtertje naar de huisarts. Ik zat met Dex (vier jaar) en Puck (10 maanden) in de wachtkamer bij de huisarts. Zoals dat wel vaker gaat, liep het aardig uit. De ene na de andere patiënt kwam binnen en de wachtkamer werd alsmaar voller en voller. Na een tijdje in het speelhoekje gespeeld te hebben, kwam Dex bij me zitten en rommelde wat in de tijdschriftenbak.
Puck had eerst in de wagen gezeten, maar ze had dat na 20 minuten ook wel gezien. Dus tilde ik haar eruit om haar vervolgens op m’n schoot te zetten. Op de grond kruipen in een overvolle modderige wachtkamer vond ik niet zo’n geweldig plan. Ik hoopte dat ze daar even tevreden mee zou zijn. Natuurlijk met een grote toevoer van soepstengels als afleidingsmanoeuvre.
Volgende patiënt
De deur van de wachtkamer ging open, er kwam een man naar binnen, gevolgd door zijn vrouw die moeizaam achter haar rollator liep. Het was een lange forse vrouw van een jaar of 70. Ze had een dikke blauwpaarse neus en een flink gezwollen oog. Bovenop de pijnlijk uitziende neus stond een bril met een plakbandje om de neusbrug. Auw, dat moet pijn gedaan hebben dacht ik. Ik probeerde haar maar niet te veel aan te staren, want ze zag er al ongemakkelijk genoeg uit.
Die!
Dex zat ondertussen naast mij een Donald Duck door te bladeren. De vrouw kwam onze kant op, want de stoelen naast ons waren de enige die nog vrij waren. Als snel hadden zowel Dex als Puck de vrouw in het vizier. Het leek in slow motion te gaan. Puck keek de vrouw aan, stak haar handje uit en wees naar de vrouw. “Die!” riep ze (haar favoriete nieuwe woordje wat ze te pas en te onpas gebruikt). En wat klonk het hard in de stille wachtkamer. Ook Dex leek onmiddellijk gefascineerd te zijn door de vrouw. Met grote ogen keek hij haar aan en kwam een stukje naar mij toe geschoven en zei net iets te hard: “Mama wat heeft die mevrouw een rare neus, hoe komt dat?”
U bent zeker heel naar gevallen?
Ik voelde m’n wangen warm worden, die arme vrouw dacht ik. Onder het motto: ‘When there’s an elephant in the room, introduce it’ dacht ik, laat ik het maar gewoon vragen: “Jeetje mevrouw u bent zeker heel naar gevallen?” vroeg ik op bezorgde toon, om m’n gene te verbloemen. De vrouw keek me verbaasd aan en zei met een zwaar Amsterdam accent:”Wat zeg je nou?” Oh jee, dit gesprek ging niet de goede kant op. Ik herhaalde voorzichtig: “Eh…u bent zeker heel naar gevallen?” “Helemaal niet!” riep de vrouw uit, “hoe kom je daar nou bij, ik heb gewoon een ontstoken oog” Ik bracht nog een bezorgd: “oh jeetje wat vervelend voor u” uit en hield verder maar m’n mond. Puck en Dex bleven staren. Ik viste snel een soepstengel voor beiden kinderen uit m’n tas, om ze af te leiden. Toen hoorde ik gelukkig de verlossende woorden: “Mevrouw Oort, u bent aan de beurt”
Auteur: Manja Oort
Manja is 32 jaar oud, grafisch vormgever en vooral ook moeder van twee heel eigenwijze kinderen: zoontje Dex (2011) en dochtertje Puck (2015). Klik op Manja's naam hierboven voor meer informatie over haar.